Openingsuren & contact

Opgravingen in Zoutleeuw

De opgraving aan de Grote Markt in Zoutleeuw

Eind 2019 tot begin 2020 werd door Aron bv opgegraven aan de Grote Markt te Zoutleeuw, vlak ten noorden van de Leonarduskerk. Uit archieven is geweten dat er hier al zeker in het begin van de 16de eeuw een herberg was op het hoekperceel aan de Grote Markt. Deze heette eerst De Ooievaar, later De Keizer. Het gebouw dat hier tot voor kort stond, waarvan nu enkel de beschermde gevel bewaard is gebleven, zou dateren uit het einde van de 18de eeuw. Dit gebouw moet dus zeker één of meerdere voorgangers hebben gehad. Het gebouw erlangs, De Drie Kronen, werd volgens de gevelsteen gebouwd in 1627, maar de oudste vermeldingen van deze naam gaan al terug tot in de 15de eeuw. Ook dit gebouw moet dus zeker nog een voorganger hebben gehad.
 
De oudste sporen die bij de opgraving werden aangetroffen, dateren al uit de 12de eeuw. In de zone waar het diepst kon worden opgegraven is een dik donkergrijs pakket aanwezig met 12de-eeuwse vondsten. Dit werd geïnterpreteerd als een ophogingspakket, waardoor het terrein dat niet ver de Kleine Gete ligt ook wat droger werd. Vermoedelijk viel dit samen met de bouw van de eerste stadsomwalling. In dit pakket tekenden zich verschillende kuilen af die nog in de 12de of al in de 13de eeuw te dateren zijn. Aan de zijde van de Grote Markt werden op dit niveau paalkuilen en loopniveaus waargenomen. Aan de Grote Markt moet er dus een houten gebouw hebben gestaan, met daarachter allerlei sporen die met deze bewoning in verband kunnen worden gebracht.
 
In één van de 12de-eeuwse kuilen werd een sterk verweerde Romeinse munt aangetroffen, die in principe zou kunnen afkomstig zijn uit een vergraven Romeinse context. De kans dat er op deze plek al bewoning was voordat het gebied werd opgehoogd en dus droger werd, lijkt echter klein. De munt is vermoedelijk van elders afkomstig.
Een brandlaag laat vermoeden dat het gebouw aan de Grote Markt afbrandde, nog in de 13de of het begin van de 14de eeuw. In de 14de eeuw is er ook sprake van een grootschalige ophoging en egalisatie in het onderzoeksgebied, ter voorbereiding van een nieuwe bewoningsfase. Het gebouw op het hoekperceel was nu voorzien van een grote centrale haard. Achter het gebouw lag een verharde koer met een houten waterput. Deze kon met radiokoolstofdatering in de 14de eeuw gedateerd worden.
 
Het 18de-eeuwse gebouw op de hoek van de Grote Markt, is gedeeltelijk gefundeerd op oudere funderingen. Op basis van de stratigrafie zouden deze moeten dateren uit de 16de/17de eeuw. In een ruimte tussen deze funderingen werden een houten tonput en een bakstenen put vastgesteld. De tonput is via radiokoolstofdatering gedateerd in de 16de of 17de eeuw en moet dus ook bij de voorganger van het huidige gebouw op het hoekperceel hebben gehoord. Beide putten waren afgedekt door een dikke 18de-eeuwse laag, een ophoging en egalisatie die aan het optrekken van het huidige hoekgebouw voorafging. Het gebouw erlangs, de vroegere Drie Kronen, was grotendeels buiten het onderzoeksgebied gelegen. Enkel een beerput vlak achter dit gebouw werd aangesneden. In deze beerput bevonden zich heel wat voorwerpen in aardewerk en glas en restanten van lederen schoenen. De jongste opvullingsfase van de beerput dateert uit de 18de eeuw, de oudere opvullingslagen uit de 17de eeuw.
 
Wie er meer (of alles) wil over weten, kan het volledige eindverslag hier raadplegen